Menu Sluiten

Karin bijt stuk van haar kies

Vanochtend zagen we het gebruikelijke ritueel. Douchen, ontbijten. Kortom, de normale gang van zaken. Na het ontbijt gaan de negen gewoon door met hun gesprek dat ze de vorige dag door slaap hadden moeten onderbreken.

“Ruud, heb je nog de hand aan jezelf geslagen gisteren?”, vraagt Sabine ginnegappend. “Nee, ik viel gewoon in slaap, ik heb het niet nodig gehad.” Het gesprek gaat over op het favoriete onderwerp van waarschijnlijk iedereen: vreemdgaan. Iemand komt er altijd wel weer op terug, het houdt de gemoederen behoorlijk bezig. Buiten wordt ook het nodige gepraat. Martin neemt Sabine naar buiten voor een vertrouwelijk gesprek. “Ik weet niet of dit wel klopt maar ik heb het gevoel dat Bart homo is.” Sabine weet niet wat haar overkomt. Dit valt best wel rauw op d’r dak. “Weet je dit zeker, dit is ernstig om zomaar te zeggen.” Martin is eerst nog heel voorzichtig, maar dan barst hij opeens los. ,,Ja, hij raakt mij wel vaak aan. Ik ben daar helemaal niet van gediend.” Sabine vindt het heel grappig allemaal, maar probeert Martin goed te adviseren. “Ik zou het toch wel effe aankaarten. Zoiets zou ik willen weten.” Martin benadrukt wel dat hij op zich “helemaal niks” tegen homo’s heeft. “Als ze maar van mij afblijven.” De middag verloopt traag. Blijkbaar begint de verveling toe te slaan.

Het enthousiasme dat we tot nu toe hebben gezien, lijkt wat minder te worden. Er vallen steeds meer stiltes. De meesten liggen een beetje te doezelen op de bank of in bed. Er wordt gezapig gedobbeld, maar daar blijft het dan ook bij. Tara staart stoicijns voor zich uit. Nagelbijtend. Mist ze haar vriendje? Ze heeft al eerder gezegd het niet heel erg te vinden als ze donderdag weggestemd wordt. Maar hoe zal ze reageren als zij echt degene blijkt te zijn die overmorgen het huis moet verlaten? Bart en Sabine zoeken elkaar toch wel opvallend veel op. Ze kruipen samen op de bank onder dezelfde deken. De eerste signalen van een nieuwe liefde? Ze realiseren zich ineens dat de eerste bewoner al over twee dagen het huis zal moeten verlaten. “Ik zou het echt heel erg vinden als ik nu al weg moet”, zegt Bart zachtjes. “Ja”, antwoordt Sabine, “maar ik denk niet dat jij er uitgestemd wordt. Ik heb trouwens iemand genomineerd waar ik nu spijt van heb. Die zou ik nu niet meer kiezen.” “Dat heb ik ook”, antwoord Bart. Over wie zouden ze het hebben? Ze hebben allebei Willem genomineerd, en Willem lijkt inderdaad de laatste dagen wat lekkerder in z’n vel te zitten. Zou Willem er donderdag onterecht uitvliegen? Big Brother maakt abrupt een einde aan de hangerigheid in het huis. Willem wordt in de dagboekkamer geroepen waar een boodschap ligt die hij aan de overige bewoners moet voorlezen. Er schijnen dingen in het huis te zijn die er volgens de huisregelementen niet mogen zijn. Binnen een kwartier moeten al deze spullen ingeleverd worden.

Iedereen blijkt nog wel iets te hebben: Papier, batterijen, een horloge (!) en zelfs een dag-horoscoopboekje van Maurice moet worden ingeleverd. Helaas, Maurice zal vanaf nu niet meer ’s ochtends kunnen lezen hoe de dag zal gaan verlopen. De spullen worden zonder al te veel weerstand ingeleverd. Karin zit ’s middags aan de keukentafel en eet wat kleine hapjes. Ineens kijkt ze verschrikt om zich heen en graait met haar vingers in haar mond. “Ooh nee”, roept ze verschrikt. Haar linkerkies blijkt afgebroken. Van schrik heeft ze het losgekomen gedeelte doorgeslikt. Karin loopt direct naar de dagboekkamer om te erachter te komen op welke manier dit probleem moet worden opgelost. Hier doemt een probleem op. Behoefte aan tandartsassistentie is niet iets waar Big Brother op gerekend heeft. Big Brother regelt een tandarts, maar deze komt het huis niet binnen. Een half uur later arriveert de tandenspecialist. Hij moet via de camera’s beoordelen of een fysieke ingreep noodzakelijk is of niet. Karin doet haar mond open en een maanlandschap met flinke kraters openbaart zich aan de kijkers. Het ziet er niet goed uit. “Heb je er last van?”, vraagt de tandarts. Karin: “Ik durf in ieder geval niet te eten. Dat doet ontzettend pijn.” De tandarts trekt zich terug voor nadere bestudering van Karin’s gebit.

Om 21.00 uur wordt Karin teruggeroepen in de dagboekkamer waar ook de tandarts inmiddels is. “Dit is natuurlijk geen echte tandartspraktijk, dus het wordt improviseren”, zegt hij op beheerste toon. Karin moet achterover op de stoel gaan liggen zodat haar gebit nog enigszins zichtbaar wordt. Er wordt extra vullingsmateriaal aangeplakt. “Ik kan niet garanderen dat het allemaal blijft zitten, dus je moet maar voorzichtig eten”, luidt zijn advies. Twintig minuten later is het achter de rug. Een snelle behandeling. Karin kan weer lachen.

Later op de avond mag een van de bewoners een voorwerp uit de verwenkast halen. Eerder op de dag heeft iedereen er iets in laten leggen. Er is echter maar één persoon die er daadwerkelijk iets uit mag halen. Vrij snel wijst de groep naar Tara, omdat zij al meerdere malen heeft gevraagd om de brief van haar vriend die nu in de kast ligt. De groep schat in dat zij degene is die dit nu het hardste nodig heeft. Alleen Bart twijfelt, maar zwicht onder de druk van de groep. Tara leeft helemaal op “Ik vind het heel lief dat jullie mij dit gunnen. Ik heb echt behoefte aan een contact met mijn vriend”. Ze opent de kast en haalt de brief eruit. Terwijl de groep nog joelend de inhoud van de kast bekijkt, zondert Tara zich even af om de brief (die een ansichtkaart bleek te zijn) te lezen.